Dojo-kun

Martiale gedragscode

Bewuste zelfverdediging vertrekt van het besef dat het lichaam in gevaar is.  Het zich bewust zijn van die werkelijkheid en van de gevaren van een gevecht wordt omschreven als martiaal, en dit vereist niet enkel het ontwikkelen van martiale bekwaamheden (zie hiervoor), maar ook een attitude. 

De beoefenaar moet zich steeds bewust zijn van het mogelijke gevaar dat verbonden is aan het uitvoeren van gevechtstechnieken en moet de bekwaamheid, beheersing en discipline hebben om dit potentieel gevaar altijd en volledig onder controle te houden.

Deze gedragscode verlangt van de karateka, kort samengevat, het streven naar de ontwikkeling van de persoonlijkheid vertrekkende van zelfkennis (nederigheid), het respecteren van de waarheid (eerlijkheid), de bereidheid tot inspanning (inzet en moed), het naleven van de etiquette (hoffelijkheid en respect) en de beheersing van zijn kunde (zelfcontrole).  

Traditionele karate-leerscholen vertalen dit in hun dojo-kun.

Dojo-kun : zelfkennis (nederigheid) – eerlijkheid – inzet (moed) – etiquette (hoffelijkheid) – zelfcontrole

Martiale vaardigheden of waarden als discipline, inzet, moed, beheersing, respect, alertheid en focus, zijn karakteriële competenties die essentieel zijn voor goede zelfverdediging, reden waarom traditionele karate er sterk de nadruk op legt.
Maar hun impact beperkt zich niet tot zelfverdediging.  Ook in de dagelijkse en normale sociale omgang komen ze maar al te goed van pas.

Bron = www.jka-vlaanderen.be